De voeding is bepalend voor de prestaties van onze duiven, dit zowel in de kweek als voor het vliegen. Uiteraard is er een groot verschil tussen de voeding van de kweekparen en de voeding van de vliegduiven.
Alle duiven hebben heel het jaar door grit, een piksteen en een pikkoek op basis van klei ter beschikking.
Broedparen
De basis voor een goed kweekseizoen wordt gelegd in de winter; de kweekparen moeten namelijk genoeg reserves aanleggen om eieren te leggen en zich voort te planten. De duiven worden steeds 's avonds gevoerd, één maal per dag. Tijdens de winterperiode krijgen ze genoeg eten maar alles moet op.
De kweekperiode vangt aan begin februari. 3 weken voor het samenbrengen van de geslachten wordt een eiwitrijke voeding gegeven (kweekmengeling van Beyers) om de geslachtsdrift te bevorderen. Tijdens gans de kweekperiode krijgen ze voldoende eten, meestal met een extra pot in de broedbox van elk paar als ze jongen hebben.
Na de kweekperiode wordt overgeschakeld op een ruimengeling en worden de geslachten gescheiden. Eens de rui voorbij wordt de ruimengeling afgewisseld met eiwitarm.
Jonge duiven
De voeding bij het uitwennen van de jonge duiven wordt in detail besproken onder het hoofdstuk Training/uitwennen.
De jongen duiven krijgen eerst een eiwitrijke voeding; ze moeten dan immers nog groeien. Na enkele weken worden het aanbod verminderd om ze voor te bereiden op het uitwennen; vanaf 35 dagen worden deze porties afgewisseld met kleinere hoeveelheden voor de trainingen met de droppers en andere signalen.
Eens uitgewend wordt overgeschakeld op een regime met de helft kweekmengeling en de helft eiwitarm (Vandenabeele van Beyers of Gerry-plus van Versele-Laga).
De avond voor de trainingen krijgen ze enkel eiwitarm, de helft van een portie om ze hongerig (en gehoorzaam) te houden
Als voorbereiding op de wedstrijden krijgen ze 3 dagen eiwitarm, ongeveer 25 gram per duif.
Wedstrijdduiven
De wedstrijdduiven krijgen bij de trainingen een zuivering-mengeling, ongeveer 20gr per duif. De week voor de wedstrijd wordt de laatste training afgewerkt op maandag (soms zondag). Dan krijgen ze éénmaal een eiwitrijke mengeling. Daarna wordt tot donderdag avond gevoerd met Gerry-plus (Versele-Laga) of een andere mengeling met weinig eiwitten en veel koolhydraten en vetten. Tot donderavond krijgen ze hiervan genoeg te eten, en de rest wordt weggenomen. Vrijdagavond krijgen ze 20gr eiwitarm (zelfde mengeling) om dan op zaterdag te vliegen.
Supplementen
Vitamine supplementen worden niet meer systematisch toegediend; ik verkies liever een goede mengeling die in principe alles bevat wat een duif nodig heeft tijdens een bepaald seizoen in het jaar. Occasioneel wordt een preparaat toegediend, bv na een ziekte.
Een maal per jaar eind november worden ze ingeënt tegen paramyxo; tweemaal per jaar worden ze behandeld tegen haarwormen en spoelwormen.